De jeugd
Een september is weer in het land. Deze dag heeft voor veel mensen een bijna mythische betekenis. Iedereen is zo doordrongen van deze datum dat de spanning de vorige dagen te snijden was.
Dinsdag begon de generale repetitie. Veel meer volk op straat maar raar genoeg meer werkvolk, om niet te zeggen ouder, dan schoolgaand volk. De spitsuur trein reed weer. Dit was raar want woendag reed hij niet.
Woensdag was een gewone zomerse dag maar mijn hoogtepunt was een naaktslak die me bezocht op werk. Ze lag in een s voor de deur. Jammer genoeg is de kolonie naakslakken bij mij thuis geslonken tot drie. De rest is overreden en de vliegen doen zich te goed aan hun slijm.
Donderdag was de spanning ten top. Het leek als of vrijdag uit alle hoeken en gaten kinderen zouden verschijnen om een menselijke oceaan te vormen naar de scholen. Mensen waren gejaagd om ergens naar toe te gaan en als ze moesten wachten deden ze dan met een schichtige blik in de ogen. Je weet nooit of er een voortijde eruptie zou ontstaan.
En dan de dag zelf, 7/7 en 9/11 maar dan zonder spectakel. Het lont van het kanon was opgebrand maar de kogel kwam er niet uit. Zo hebben wij, de zomerwerk mensen, er een verlenging van de zomer aangebreid die zich uitstrekt naar het weekend om ons maandag te laten opslokken door de massa hysterie.