De zwanenzang van een trein
Nog doordringender dan walvisgezang maar met meer kracht dan een overvol gevang
Rijd de trein door het landschap huilend van pijn
Soms supersonisch hoog dan weer aardtrillend laag
De enige verlichting van de pijn komt als er stoom wordt afgelaten
Maar begint weer wanneer de remmen moeten werken
Achter mij zit er iemand te snurken en op het pad naast de spoorlijn wuift een kind
Voor hem is geluid plezier en de slaper geeft geen zier
Op zijn laatste tocht naar het treinkerkhof
In het laatste station gaan alle raampjes toe
Want normaal moeten ze naar de was
Maar hij gaat over de grote plas
Nog een blik op de afgegane, vervuilde oranje carrosserie
Bedankt voor al de jaren mie